Welke planeet is zichtbaar? Wat gebeurt er aan de hemel? |
|
5 juni 2020 : Wederom een gedeeltelijke
Maansverduistering in de bijschaduw. Enkel het eind van de verduistering is
zichtbaar, de Maan komt reeds verduisterd op. De Maan beweegt zich dan door
de bijschaduw van de Aarde (ca. 59%), en niet door de kernschaduw, waardoor
deze eclips minder spectaculair is, er valt immers nog een deel van het
beschikbare zonlicht op de Maan. Zie verder de tabel van de Maan. |
|
Leest u ook de zichtbaarheidverhalen van de planeten verderop op deze pagina. Met behulp van bovenstaande koppelingen kunt u allerlei zichtbaarheidgegevens van ons zonnestelsel en de sterrenhemel opvragen. |
Alle tijden zijn in lokale tijd | ||||
Datum | Opkomst | Doorgang | Ondergang | Sterrenbeeld |
01-06-2020 | 4h26m | 12h38m | 20h51m | Stier |
02-06-2020 | 4h25m | 12h38m | 20h52m | Stier |
03-06-2020 | 4h24m | 12h38m | 20h53m | Stier |
04-06-2020 | 4h24m | 12h38m | 20h54m | Stier |
05-06-2020 | 4h23m | 12h39m | 20h55m | Stier |
06-06-2020 | 4h22m | 12h39m | 20h56m | Stier |
07-06-2020 | 4h22m | 12h39m | 20h57m | Stier |
08-06-2020 | 4h21m | 12h39m | 20h57m | Stier |
09-06-2020 | 4h21m | 12h39m | 20h58m | Stier |
10-06-2020 | 4h21m | 12h40m | 20h59m | Stier |
11-06-2020 | 4h20m | 12h40m | 21h00m | Stier |
De realtime foto is genomen met SDO zonnesatelliet. Voor het gebruik van dit prachtige beeld danken wij de NASA en het Goddard Space Flight Center. Klikt u eens op de link om meer over onze Zon te leren op de prachtige website van de SDO. Kijk vooral ook hieronder voor meer activiteit van de Zon |
Het weer in de ruimte; krijgen we Poollicht te zien? | ||
Een leuk programma is hetgeen hier onder staat. Het beschrijft de Röntgenactiviteit van de Zon in 5 verschillende gradaties, en de status van het Aardmagnetisch veld in 3 verschillende gradaties. Beiden worden weliswaar dagelijks ververst, maar dat gebeurt niet altijd automatisch in uw browser. Voor gebruikers van Internet Explorer en Google Chrome: druk op F5 (beeld verversen). Gebruikers van Mozilla Firefox gebruiken Ctrl+r. Voor een uitgebreide uitleg van onderstaande termen (in het Engels) surft u naar Current Solar Data. Bron: NOAA. |
Röntgenactiviteit: |
|
<< Klikt u vooral ook eens op de termen in de tabel voor meer uitleg |
Poollicht , Aurora
Borealis. Het plaatje links schetst de mate van poollichtactiviteit. Donkergroen betekent hier geen activiteit, geel betekent lichte activiteit en rood betekent veel activiteit. Kijkt u ook eens op de site van Spaceweather voor de laatste updates voor het weerbericht in de ruimte. |
Alle tijden zijn in lokale tijd |
|||||
Datum | Opkomst | Doorgang | Ondergang | Fase | Terminator |
01-06-2020 | 15h03m | 21h10m | 2h43m | 0,70 | 26,7° |
02-06-2020 | 16h28m | 22h02m | 3h02m | 0,80 | 38,9° |
03-06-2020 | 17h54m | 22h56m | 3h22m | 0,89 | 51,1° |
04-06-2020 | 19h20m | 23h52m | 3h46m | 0,95 | 63,3° |
05-06-2020 | 20h43m | ------ | 4h14m | 0,99 | 75,5° |
06-06-2020 | 21h57m | 0h50m | 4h51m | 1,00 | 87,7° |
07-06-2020 | 22h59m | 1h49m | 5h39m | 0,98 | -80,0° |
08-06-2020 | 23h48m | 2h48m | 6h37m | 0,94 | -67,8° |
09-06-2020 | ------ | 3h44m | 7h44m | 0,88 | -55,6° |
10-06-2020 | 0h24m | 4h36m | 8h56m | 0,80 | -43,4° |
11-06-2020 | 0h51m | 5h25m | 10h08m | 0,72 | -31,2° |
De Maan tot en met 15 juni 2020 |
30-05-2020 | 05h30, | Eerste Kwartier |
03-06-2020 | 05h34m | Kleinste afstand tot de Maan = 364365,6 km |
05-06-2020 | 19h45m | Eerste contact met de Penumbra |
05-06-2020 | 21h12m | Volle Maan |
05-06-2020 | 21h23m | Maximale verduistering, Maan is voor 55,9% verduisterd |
05-06-2020 | 23h01m | Laatste contact met de Penumbra |
06-06-2020 | 20h10m | Maan in dalende knoop |
07-06-2020 | 18h22m | Maximum declinatie = -24°04'09" |
13-06-2020 | 08h24m | Laatste Kwartier |
15-06-2020 | 02h56m | Grootste afstand tot de Maan = 404596,2 km |
13h58m
Alle tijden zijn in lokale tijd Geldig voor de 1e dag van de week
Planeet | Opkomst | Doorgang | Ondergang | Sterrenbeeld | Magnitude |
Mercurius | 5h45m | 14h19m | 22h53m | Tweelingen | 0,2 |
Venus | 4h33m | 12h53m | 21h11m | Stier | -3,8 |
Mars | 1h43m | 7h00m | 12h17m | Waterman | 0,0 |
Jupiter | 23h45m | 3h55m | 8h01m | Schutter | -2,6 |
Saturnus | 0h02m | 4h15m | 8h28m | Steenbok | 1,0 |
Uranus | 3h07m | 10h24m | 17h41m | Ram | 5,9 |
Neptunus | 1h48m | 7h27m | 13h06m | Waterman | 7,9 |
Pluto | 23h43m | 3h46m | 7h44m | Schutter | 14,3 |
Klik hier voor het bovenaanzicht van de posities van de binnenplaneten Klik hier voor het bovenaanzicht van de posities van de buitenplaneten |
De planeten in mei / juni 2020 |
Mercurius:
Diameter 4879 km. Gemiddelde afstand tot
de Zon 58 miljoen. km. Mercurius doorloopt zijn baan om de Zon in 88
dagen. Mercurius roteert ook om zijn as, en wel in 59 dagen. Een
mercuriusdag duurt er dus ongeveer 2\3 van een mercuriusjaar!
De
kleine planeet Mercurius verschijnt voor het eerst aan de hemel op de
avond van 11 mei. De planeet staat dan nog laag aan de hemel, maar dat
verandert snel. Moeilijk op te sporen is hij zeker niet, want vanaf de
eerste avond staat zijn magnitude op -1,6! Willen we de planeet
waarnemen dan moeten we er wel even op wachten. De “langste dag” of
andersom “de kortste nacht” staat immers voor de deur! Mercurius is vanaf eerste avond te vinden op 3º hoogte tussen WNW en NW richting. Zoals meestal het geval is wint de kleine planeet snel aan hoogte. Kijken we naar de avond van 15 mei dan is zijn waarneembare tijd al opgelopen tot ruim een half uur! De hoogte boven de einder is op 15 mei iets meer dan 7º. Richten we de kijker op Mercurius dan zien we iets van een fase, maar dit zal beslist moeilijk waar te nemen zijn. Dit verandert wanneer de planeet zijn grootste O elongatie heeft bereikt. Dit is op 4 juni het geval. Mercurius staat deze middag/avond 23.6º ten O van de Zon.
Mercurius is het langst waarneembaar op de avonden van 28, 29 en 30 mei.
In totaal kunnen we dan 1 uur en 14 minuten van de planeet genieten. Na
de grootste oostelijke elongatie gaat het ook weer snel bergafwaarts met
de planeet. Na 4 juni wordt de waarneembare tijd snel minder. Mercurius
verdwijnt van de avondhemel op 18 juni. Al met al een mooie
zichtbaarheidsperiode! Foto's van Mercurius, gemaakt door de Messenger (zoals hier ook afgebeeld) zijn nog steeds te zien bij NASA. Voor de foto's en meer info omtrent deze baanbrekende missie surft u naar http://messenger.jhuapl.edu/
|
Venus:
Diameter 12.100 km. Gemiddelde afstand
tot de Zon 108.2 miljoen. km. Venus doorloopt haar baan om de Zon in 225
dagen (foto hieronder: NASA)
Zodra de Zon zich onder de einder heeft gewerkt is de heldere Venus al te zien. De meest interessante periode staat nu voor de deur. Kijken we bv op de avond van 10 mei dan vinden we de heldere planeet op een hoogte van ruim 22º aan de WNW hemel. Haar magnitude staat deze avond op -4,5 en dus een absoluut niet te missen object. Zelf totale leken kunnen de planeet snel aan de hemel vinden. Richten we een kijker op Venus dan zien we slechts een klein deel van haar oppervlak. Gezien vanuit onze aardse positie staat ruim 15% staat nog in het zonlicht. Het begint dus al een aardig sikkeltje te worden! Maar….. het wordt nog veel interessanter, want naarmate de dagen/avonden vorderen gaan we een steeds kleiner deel van haar oppervlak zien. Daarentegen wordt natuurlijk de waarneembare tijd van Venus steeds korter, want de planeet duikt snel richting de horizon. De 12de mei is de laatste avond/nacht dat zij nog zichtbaar is tot na middernacht. De avond van de 15de levert een sikkeltje op van slechts 11% en vinden we haar nog op een hoogte van 18º aan de WNW hemel. De fase staat deze avond op bijna 11%. Geoefende waarnemers hebben het al in de gaten, want ook Mercurius gaat zich met de zaak bemoeien. Op de avond van de 20ste mei staan beide planeten al redelijk dicht bij elkaar aan de hemel. Venus heeft een magnitude van -4,3, terwijl Mercurius het moet doen met -0,7. De fase van Mercurius begint inmiddels ook vormen aan te nemen, maar Venus spant de kroon. Haar helderheid staat deze avond nog steeds op -4,3! Slechts 6,5% van haar oppervlak staat nog in het zonlicht. De hoogte boven de einder is nog ruim voldoende om de planeet met behulp van een telescoop waar te nemen.
Zoals eerder gezegd: Mercurius komt steeds dichter
bij Venus te staan en op de avond van 21 mei zien we beide planeten op
korte afstand van elkaar aan de WNW hemel. De eigenlijke passage vindt
plaats tijdens de nacht, want de volgende avond zien we Mercurius op
vrij korte afstand ten W van Venus staan. Het deel wat nog door de Zon
wordt verlicht is net iets minder dan 5%. Ook Mercurius vertoont al een
mooie fase. Van deze planeet staat deze avond 67% in het zonlicht.
Venus is een moeilijk object voor telescopen.
Vooral in de wat grotere spiegeltelescopen met een relatief korte
brandpuntsafstand. Lenzenkijkers geven meestal een beter resultaat wat
Venus betreft. Het gebruik van een blauwfilter is in vele gevallen een
oplossing. Men kan echter ook een polariserend filter gebruiken. Die
filteren ook een deel van het felle licht dat Venus weerkaatst van de
Zon. Vanaf nu zien we dat het deel wat nog door de Zon wordt verlicht
steeds kleiner worden. Aan het einde van de maand april zien we nog
slechts 25%. Kijken we nog 10 dagen verder dan zien we nog net iets
minder dan 16%. De mooie periode zit er dus aan te komen. Op de avond
van 26 april staat er een prachtige Maan ten ZW van Venus. Van het
maanoppervlak staat 12,4 % in het zonlicht, terwijl Venus haar oppervlak
voor ruim 28% in het zonlicht staat. |
De Binnenplaneten Wij willen iets vertellen over de zichtbaarheidgegevens van de binnenplaneten. Mercurius is een snelle wandelaar en doorloopt zijn baan om de Zon in 88 dagen. Daarom is de planeet gezamenlijk met de planeet Venus altijd kort zichtbaar en staan ze, met name Mercurius, altijd laag tot zeer laag aan de avond- of morgenhemel. In onze berekeningen hebben we daarom ook gesteld dat de beide planeten, zowel Mercurius als Venus, zichtbaar zijn zodra de Zon zich 3º onder de horizon bevindt en de planeet 3º boven de horizon staat. Dit is weinig en heeft als resultaat dat we de beide planeten altijd moeten zoeken in avond of -ochtendschemering. Nu heeft Venus een grote helderheid zodat zij meestal probleemloos is te vinden. Haar magnitude is meestal rond de -4. Ze wordt niet voor niets avond- of Morgenster genoemd.
Mercurius
daarentegen is niet alleen kleiner dan Venus, maar heeft ook een lagere
magnitude. Venus bereikt een veel grotere hoogte boven de horizon en is
daardoor ook langer zichtbaar. De maximale waarneembare tijd van
Mercurius is (meestal) nooit meer dan 1 uur en 25 minuten. De maximale
waarneembare tijd van Venus is veel langer en komt in sommige gevallen
uit op meer dan 3½ uur. Zodra de afstand tot de Zon voldoende is worden de binnenplaneten voor ons zichtbaar en zien we ze laag tot soms zeer laag boven de horizon. De beide binnenplaneten bewegen zich vervolgens steeds meer richting het oosten en bereiken op een gegeven moment een positie die het verst verwijderd is van de Zon. Dit punt wordt "grootste oostelijke elongatie" genoemd.
Wanneer een waarnemer
rond deze positie een binnenplaneet in een telescoop weet te vangen zal
hij/zij zien dat ongeveer 50% van het planeetoppervlak (gezien vanuit
onze positie) door de Zon wordt verlicht. De planeet beweegt zich
vervolgens vanuit het punt grootste oostelijke elongatie en wordt de
afstand tussen de betreffende planeet en de Aarde steeds kleiner. De
waarneembare tijd neemt af en de planeet staat steeds lager boven de
einder. Vervolgens beweegt de binnenplaneet zich tussen de Aarde en de
Zon door. Dit punt noemen we benedenconjunctie. Nu staat dus niet de Zon
in het midden, maar de betreffende planeet. Het is vanzelfsprekend dat
de afstand vanaf de Aarde gerekend tot de planeet op dat
moment het
kleinst is! Een binnenplaneet is dus op dat moment eveneens niet
zichtbaar totdat zij weer voldoende afstand (aan de hemel) heeft bereikt
en vervolgens over gaat in een ochtendzichtbaarheidperiode. De
waarneembare tijd en hoogte boven de einder is in het begin weer gering,
maar naarmate de planeet zich verder van de Zon beweegt wordt ook de
hoogte boven de einder weer groter en de waarneembare tijd steeds
langer. Dit gaat door totdat hij/zij het punt bereikt van "grootste
westelijke elongatie". Kortom gezegd: Wanneer zijn de binnenplaneten
voor ons als amateurs het meest interessant? |
De Buitenplaneten: Voor de zichtbaarheid van de buitenplaneten hebben we als regel dat de Zon zich 6º onder de horizon moet bevinden en de planeet 6º boven de einder moet staan. De buitenplaneten zijn veel langer zichtbaar dan de beide binnenplaneten. Hier hebben we niet te maken met boven- of beneden conjunctie of met grootste oostelijke of westelijke elongatie, maar juist met conjunctie of oppositie. Wanneer een planeet in conjunctie is wil dat zeggen dat hij te dicht in de omgeving van de Zon staat zodat wij hem niet waar kunnen nemen. Het komt gewoon hier op neer dat er een rechte lijn kan worden getrokken vanaf de Aarde door de Zon richting de planeet. De afstand tot de Aarde is ook hier weer het grootst. Alle buitenplaneten worden tijdens een bepaalde zichtbaarheidperiode altijd voor het eerst waargenomen aan de oostelijke hemel. Naarmate de tijd vordert neemt de hoogte boven de einder en de waarneembare tijd toe. Bovendien verschuift de tijd van opkomst steeds meer richting middernacht om vervolgens over te gaan in de avonduren. Wanneer de planeet opkomt terwijl de Zon ondergaat kunnen we stellen dat hij in oppositie is. Oppositie wil zeggen dat de afstand tussen een bepaalde planeet en de Aarde het kleinst is. Er kan rond die tijd een rechte lijn worden getrokken van de planeet richting de Aarde en vervolgens naar de Zon. Door zijn oppositie lijkt de planeet ook helderder en groter dan gemiddeld. De betreffende planeet is uiteraard niet alleen tijdens de oppositieperiode zichtbaar, maar ook al enkele maanden ervoor en tot enkele maanden er na. Vóór de oppositieperiode is de planeet
vooral in de late nacht en vroege ochtend te zien, na de oppositieperiode is
dat dan 's avonds en in de vroege nacht. |
Mars: Diameter 6780 km. Gemiddelde afstand tot de Zon bijna 228 miljoen km. Gemiddelde temperatuur -63°. Mars doorloopt zijn baan om de Zon in 687 dagen. Mars heeft twee manen, Phobos en Deimos, die in geen enkel opzicht lijken op onze Maan. Hoogstwaarschijnlijk zijn het ingevangen asteroïden.
De
overige planeten, Mars, Jupiter, Saturnus, en Neptunus vinden we allemaal
aan de zeer vroege ochtendhemel. Mars vinden we rond de klok van 05h op een
hoogte van 16º aan de ZO hemel. De morgen van 15 mei levert een mooie
samenstand met de Maan op. Mars staat op een hoogte van ruim 11º en heeft
een helderheid van 0,2. De Maan staat deze morgen op korte afstand ten ZO
van Mars. Van het maanoppervlak staat bijna 45% in het zonlicht. Verder valt
er weinig te melden wat de rode planeet betreft.
|
Jupiter:
Diameter 142.984 km.
Gemiddelde afstand tot de Zon 778.570.000 km. Jupiter doorloopt zijn
baan om de Zon in bijna 12 jaar
De waarneembare tijden van de reuzenplaneet
verschuiven al behoorlijk richting de middernachtelijke uren. Ook wat
Jupiter betreft valt er weinig nieuws te melden, behalve een samenstand
met de Maan op de ochtend van 12 mei. Van het maanoppervlak staat bijna
¾ in het zonlicht. Verder zien we dat Jupiter de planeet Saturnus al
behoorlijk dicht heeft genaderd. Er lijkt een passage aan te komen, maar
eerst moet Jupiter zijn oppositielus voltooien. Jupiter is op 14 mei
stationair en dat betekent dat hij zich vanaf die datum (schijnbaar)
westwaarts gaat bewegen. Dit duurt tot 13 september. Een passage van
Saturnus laat dus nog even op zich wachten. De reuzenplaneet is op 14
juli in oppositie!
|
Saturnus:
Diameter
120.540 km. Gemiddelde afstand tot de Zon 1,4 miljard km. Saturnus
doorloopt zijn baan om de Zon in ongeveer 29½ jaar.
Uit het zichtbaarheidsverhaal van Jupiter
blijkt dat hij niet ver verwijderd is van Saturnus. Saturnus is op 11
mei stationair en begint dus ook aan zijn schijnbare westwaartse
beweging. Deze schijnbare westwaartse beweging duurt voor Saturnus tot
29 september. De passage van Jupiter vindt pas plaats in december! Op de
avond van 17 december is er een prachtige samenstand van beide planeten
met de Maan!
De Aarde past ruim 760 keer in Saturnus, maar de
gasreus is slechts 95 keer zwaarder dan onze wereld van rots en steen. Van
alle planeten uit ons zonnestelsel is Saturnus ongetwijfeld de mooiste om te
observeren en hierdoor ook de meest gefotografeerde planeet. Saturnus is de
zesde planeet, gezien vanaf de Zon, en deze gasreus was al gekend in de
prehistorie. Met zijn equatoriale diameter van 120 536 kilometer is dit
hemellichaam de tweede grootste
planeet uit ons zonnestelsel. Leer via dit
artikel alles over de prachtige planeet Saturnus.
In 1997 werd vanaf de
Cape Canaveral lanceerbasis in Florida de Amerikaans/Europese
Cassini-Huygens ruimtesonde gelanceerd die in 2004 aankwam bij Saturnus. Op
15 september 2017 kwam er na 20 jaar een eind aan de missie van Cassini. De
ruimtesonde was door haar brandstofvoorraad heen, waarna werd besloten
Cassini gecontroleerd te laten neerstorten. Cassini verdampte op 15
september in de atmosfeer van Saturnus. Inmiddels was Cassini 294 keer om
Saturnus heen gevlogen en had bijna een half miljoen foto's gemaakt. |
Uranus
Diameter 51.118 km. Gemiddelde
afstand tot de Zon bijna 2,87 miljard km. Uranus doorloopt zijn baan om de
Zon in 84 jaar.
Niet zichtbaar tot tenminste halverwege augustus. |
Neptunus: Diameter 49.528 km. Gemiddelde afstand tot de Zon 4,5 miljard km. Neptunus doorloopt zijn baan om de Zon in 165 jaar
Niet
zichtbaar tot tenminste halverwege augustus. Van alle huidige planeten in
ons zonnestelsel is Neptunus het verst verwijderd van de Zon. Deze blauwe
gasreus werd genoemd naar de Romeinse god van de zee en werd in 1613 voor
het eerst waargenomen door Galileo Galilei. Op 25 augustus 1989 vloog de
Amerikaanse ruimtesonde Voyager 2 langs Neptunus waarna de foto’s er 246
minuten over deden om de Aarde te bereiken. Leer dankzij dit uitgebreid
artikel alles over de planeet Neptunus. |
|
|
Hierboven hebben wij voor u een slingerdiagram samengesteld. Dit is erg handig wanneer u een kijkavond voorbereidt; u kan nu al van te voren zien welke manen u straks kan waarnemen. !! Verder naar onderen vindt u de exacte tijdstippen van de overgangen van de manen, dit op speciaal verzoek !! |
|
Verklaring van de kleuren: --- = Io, --- = Europa, --- = Ganymedes, --- = Callisto. De balk in het midden is de diameter van de planeet Jupiter zelf. Bron : Dominique Molenkamp. |
|
|
De vier
grootste Jupitermanen voor u op een rij gezet. Van links naar rechts ziet
u Io, Europa, Ganymedes en Callisto. Zelfs met een goede verrekijker zijn
ze te zien als mooie lichtende stipjes.
Copyright: NASA |
Zichtbaarheidsgegevens van de SaturnusmanenHieronder hebben wij voor u een slingerdiagram samengesteld. Dit is erg handig wanneer u een kijkavond voorbereidt; u kan nu al van te voren zien welke manen u straks kan waarnemen. Houdt u er wel rekening mee dat u met een bescheiden telescoop alleen de grootste maan van Saturnus, Titan, kan waarnemen. Met telescopen voorzien van een opening van 15 - 20 cm heeft u meer kans om een aantal van de kleinere manen te ontdekken. |
|
|
Verklaring van de kleuren:--- = Titan (roze), --- = Rhea (lichtblauw), --- = Dione (rood), --- = Tethys (donkerblauw), --- = Enceladus (groen), --- is Mimas (zwart). De balk in het midden is de diameter van de planeet Saturnus zelf. Bron : Dominique Molenkamp. |
Posities van sterren en planeten gelden voor 23:00 uur |
Tja, zijn de nachtelijke temperaturen eindelijk
weer eens behaaglijk te noemen, worden de nachten weer veel te kort. Het
is voor ons Nederlanders ook nooit goed, mopperaars als we zijn.
Bovendien hebben we nu te lijden van al die muggen, zijn de
hooikoortslijders flink de pineut en als we dan eindelijk een mooie
waarneemstek hebben gevonden, worden we gestoord door feestende
jongelui! Maar toch, als we ons goed insmeren met Autan of een
vergelijkend middel, slikken we anti-histamine-tabletten tegen de
allergieverschijnselen en doen we net alsof we de jeugd niet horen, is
er aan het nachtelijke firmament behoorlijk wat moois te ontdekken. Het
lijkt makkelijk praten van de schrijver van dit stukje, maar neemt u van
mij aan dat het lijden aan al deze ontberingen vaak de moeite waard is,
en dat een aantal geslaagde waarneemavonden zeer veel voldoening geeft. Laten we in de maand juni eens de verrekijker, een machtig en relatief goedkoop hulpmiddel voor de mens, ter hand nemen en onze blik op een plek uiterst laag in het zuiden richten, om precies te zijn op het oostelijke deel van Sagittarius, de Boogschutter. In wel zeer rijke Melkwegdelen zult u daar M-8, de wonderschone Lagunenevel en M-20, de Triffidnevel vinden, te midden van allerlei open- en bolvormige sterrenhopen. Het is hierbij wel van belang dat uw ogen zich perfect aan het duister hebben aangepast; waarnemen dus vanaf een zeer donkere plaats! Kijkt u hierna naar de uiterste rand van de Boogschutter, zo'n beetje aan de grens met Ophiuchus; het is hier dat u Sagittarius-A zult aanschouwen, het kloppend hart van onze Melkweg dat gevormd wordt door een enorm zwart gat dat met zijn gigantische zwaartekracht de 250 miljard sterren van onze Melkweg bijeen houdt. Onze blik wordt, op het moment dat we naar het zuidwesten kijken, ook nog steeds even gevangen gehouden door Arcturus, in omvang ruim 25 keer zo groot als onze Zon. De gestalte van de Grote Beer heeft inmiddels bezit genomen van het noordwestelijke hemelkwadrant. Capella bevindt zich nu bijna in het noorden, Perseus sluit naar het oosten toe hier direct op aan en verder richting de oostelijke horizon ontmoeten we nog de schone dochter van Cassiopeia en Cepheus, Andromeda. In deze constellatie tenslotte zien we het sterrenstelsel M-31, dat qua vorm zeer veel gelijkt op onze Melkweg; het is alleen nog een stuk groter. Het typische zomersterrenbeeld Arend zien we in de maand juni op zo'n 45 graden boven de zuidzuidoostelijke kim zweven, met als helderste punt de geelwitte ster Altair. Grappig detail: deze ster draait uiterst snel om zijn as (één omwenteling in 6,5 uur) en daardoor heeft deze ster de vorm gekregen van een afgeplatte ellipsoïde. Tussen Arend en Zwaan vindt u de Dolfijn, de Pijl en de Vos, kleine constellaties met interessante objecten, zoals bijvoorbeeld de mooie bolhoop M-71 in de Pijl en de Halternevel M-27 in de Vos. Probeert u in deze constellatie ook eens een kleine formatie sterren te vinden die een treffende gelijkenis met een kleerhanger vertoont. Dan is het tijd om eens een blik te werpen op het zuiden en het zuidwesten en wel laag aan de horizon: hier, in het gebied van Boogschutter, Slangendrager en Schorpioen zult u tijdens de zeer korte en niet geheel donkere nachten werkelijk talloze licht zwakke sterren zien schijnen welke zich te samen met de vele open- en bolvormige sterrenhopen verdringen om uw aandacht. Bij extreem helder weer treft u misschien ook nog enkele mooie nevels. Vanaf de rode reuzenster Antares, een onmogelijk te missen oriëntatiepunt in het zuidwesten, reizen we verder naar het westen en ontmoeten we de wazige vormen van de Weegschaal, gevolgd door nog enkele zichtbare delen van de Maagd. Daarboven staat, exact in het westen en eigenlijk niet te mis-sen, Arcturus en iets verder richting het zenit fonkelt het prachtige kroontje van Corona Borealis. Voor ons amateurastronomen is het in de maand augustus smullen geblazen. Laag in het zuidwesten kunnen we nog immer genieten van de enorme sterrenpracht rondom het hart van ons melkwegstelsel, terwijl ruim onder Hercules voor Arcturus langzaamaan de ondergang nadert. We komen gewoon ogen tekort! Wat we eigenlijk nodig hebben zijn enkele glasheldere nachten, en dan het liefst twee weken achtereen! Maar zoveel geluk zal ons niet treffen; een naheffing van de belastingdienst is waarschijnlijker te noemen. Als we onze blik hierna verleggen naar een punt iets ten noorden van Hercules, ontwaren we de kop van de Draak, waarvan de helderste ster, Eltanin genaamd, precies in het zenit vertoeft. Volgen we nu de lijn van het lichaam van de Draak, dan zien we dat het eerste gedeelte van dat lichaam naar Cepheus wijst. Vervolgens gaan we een stukje terug om rond de Kleine Beer te kronkelen. Aan het eind gekomen, zien we dat de staart naar de Grote Beer wijst, welke over enige tijd in het noordwesten zijn laagste positie aan de hemel in zal nemen. Een zeer opvallend object in dat gebied is natuurlijk de ster Wega in de Lier, te vinden aan de andere kant van het hoogste hemelpunt. Lager en westelijker wordt de Lier geflankeerd door Hercules. Deze constellatie is op het eerste gezicht niet zo spectaculair, maar het bevat wel twee van de allermooiste bolvormige sterrenhopen die we met een bescheiden kijker kunnen waarnemen. Klik hier voor het sterrenkaartje van juni. Veel kijkplezier ! |
** Dan nog een
tip: gebruik voor het leren herkennen van de sterrenbeelden een
planisfeer. Dit is een draaibare sterrenkaart, meestal gemaakt van
kunststof en karton, die u gemakkelijk mee naar buiten kan nemen. De
Melkweg, de sterrenbeelden en vele deepsky-objecten staan er duidelijk op
afgebeeld. Heeft u interesse? Neem dan contact op met het
bestuur.
De planisferen zijn tegen een redelijk bedrag verkrijgbaar. Veel
kijkplezier !! |
Alle zichtbaarheidtabellen
en de data voor de zichtbaarheidverhalen zijn gegenereerd door |